Het vaststellen van realistische doelen voor de uitbouw van windparken op zee is zeker lovenswaardig, alleen gaat de rest van haar boodschap wel in de verkeerde richting. Zelfreflectie is zeker op zijn plaats, ook al is deze regering geen lang leven beschoren geweest.
Het probleem begon eigenlijk al bij de vorige regering die doelen had vastgesteld zonder gedegen onderbouwing ervan. De energiesector en haar klanten zijn letterlijk met elkaar verbonden en men kan niet ongestraft aan één knop draaien zonder de ander in beweging te zetten. Het complexe radarwiel van de energiewaardeketen heeft behoefte aan systeemintegratie denken.
De uiting van de minister dat de vertraging in de uitbouw van windparken op zee komt door getreuzel bij de industrie is onjuist. De industrie handelt naar de regel- en wetgeving die aanwezig is en wordt voorbereid.
De omslag van een fossiel gedreven samenleving naar een andere krachtbron is geen eenvoudige gezien fossiele grondstoffen nog steeds massaal gesubsidieerd worden. De echte kost van fossiel komt slechts met mondjesmaat op gang via het Europees emissie systeem genaamd ETS. Dat de industrie al jaren massaal gratis rechten heeft gekregen was een politieke beslissing en heeft de verduurzaming tot nu toe enorm in de weg gezeten.
Systeemintegratie vergt een andere manier van denken en vooral één die begint vanuit marktdenken. Waarom heeft onze petrochemie het bijvoorbeeld al drie jaar moeilijk? Hoe lossen we dit op met de integratie naar een fossiel vrije samenleving? Wat is de totale kost van deze transitie? En wat zijn daarna de opbrengsten.
De transitie van fossiel naar groene elektriciteit en zijn afgeleide producten zoals groene waterstof vergt alle middelen die we hebben. Onze reserves zullen hier voor een groot deel aan opgaan, maar de beloning zal groot zijn. De Europese lidstaten en dus ook Nederland betaald jaarlijkse honderden miljarden Euro’s voor zijn olie en aardgas aan landen buiten Europa en dat is dus geld dat we hier niet besteden!
Nederland en bij uitbreiding alle Europese lidstaten onder leiding van de Europese Commissie en haar instellingen dienen keuzes te maken welke industrie wij morgen hier willen hebben en uitbouwen. De levensduur verlengen van industrie die zwaar vervuilend is blijft geen goed beleid tenzij je deze kan ombouwen naar een schone industrie.
Het hokjes denken is een probleem en hiermee kan de energiesector niet omgaan, de werf van de eeuw dient op alle vlakken aangepakt te worden en men dient te beseffen dat door de doelstelling nu te verlagen van wind op zee, terecht of niet, men ook automatisch ingrijpt in alle andere delen van de energiewaardeketen. Of het nu het hoogspanningsnetwerk is, het gasnetwerk, nieuwe industrie zoals de productie van groene waterstof of de klanten zelf die hier de verkeerde boodschap krijgen.
De noodzaak om te stoppen met fossiele grondstoffen te verbranden wordt door niemand betwist, dus dient men nu te werken aan een onderbouwde oplossing voor onze samenleving waar men eerlijk zegt waar het op staat. Het in stand houden van onze welvaart mag dan wel het uitgangspunt zijn, evenzeer kunnen we hier ook veel sterker uitkomen en minder afhankelijk zijn. Een overheid dient voorspelbaar en betrouwbaar te zijn en jammer genoeg is dit hier niet het geval.