Energie-Blog

André Jurres

De eerste deadline is voorbij, de kandidaten hebben hun eerste aanbieding binnen gebracht en een aantal namen worden genoemd.

Het is duidelijk dat Distrigas een grote prijs blijkt te zijn, of het dat ook blijft moet nog blijken. Op het eerste zicht is er een verkopende partij en een kopende alleen is dit niet zo, Distrigas heeft ook een grote publieke aandeelhouder met de gemeenten, met hun 31% hebben zij tevens een voorkooprecht op de aandelen van de andere aandeelhouder Suez. De staat heeft tevens een zegje in heel de transactie.

In mijn gesprekken met verschillende beleidsmakers is ook duidelijk geworden dat een aantal van hun ook begrijpen dat deze transactie politieke aandacht verdient. Het gaat hier niet alleen om: “Wie wordt de nieuwe eigenaar van Distrigas?”, maar zelfs om de vraag of het niet beter zou zijn Distrigas in stukken te verkopen zodat er meer concurrentie komt.

Op de eerste vraag wie de nieuwe eigenaar wordt begrijpen de beleidsmakers dat een verkoop aan EDF eigenlijk geen verkoop is daar dit eigenlijk een “zusterbedrijf” zal zijn na de fusie tussen Suez en Gaz de France. Ook zou de Franse staat zijn huidige dominante macht over de Belgische energievoorziening houden wat op zich tegenstrijdig is met de liberaliseringsgedachte. Overheden dienen zich terug te trekken uit bedrijfstakken als deze worden geliberaliseerd.

Een tweede vraag is mogelijks nog belangrijker, het gebrek aan concurrentie in de gassector is nu juist te wijten aan de dominantie van één partij, de gedwongen verkoop van Distrigas is dus een uitstekende mogelijkheid om een viertal bedrijven te versterken zodat de klant uiteindelijk meer keuze heeft. Of deze klant nu een leverancier is of een gewone consument.

Naast de bestaande nieuwe spelers op de Belgische markt zoals Essent en Nuon kunnen dan ook nog een tweetal nieuwe spelers in de gasmarkt worden geïntroduceerd.