Energie-Blog

André Jurres

Wij schrijven anno 2020 en het aantal leveranciers is gedaald van 33 leveranciers in 2015 naar drie. Dit, voor u wellicht moeilijk te geloven, scenario heeft echter wel een 50% kans op slagen vandaag als we niet snel maatregelen gaan nemen om het jonge plantje dat de energieliberalisering is, te beschermen. Men moet niet vergeten dat de producenten van elektriciteit vandaag de ene na de andere centrale sluiten wegens niet rendabel en hierdoor ook hun positie als leverancier bedreigd zien. Ook leveranciers die geen eigen productie hebben vandaag staan allemaal te koop of overwegen welke andere opties zij hebben zoals fusioneren met sectorgenoten. Schaalvoordeel kan wel helpen om je kosten te laten zakken, het lost echter de onderliggende problemen van onze energiehuishouding niet op. We hoeven maar te kijken naar de telecomsector om een spiegel te krijgen van wat er gebeurt als je niet waakzaam blijft dat er voldoende concurrentie is. Dat deze sector naar een gezapige duopolie aan het evolueren is, waardoor de nog overgebleven concurrentie, waarvan de meesten al lang verdwenen zijn, het nog moelilijker krijgt vermits ze niet alle diensten onder een dak kunnen aanbieden, ondermijnt de kracht van innovatie en scherpe prijzen.

Kijkende naar onze elektriciteitsfactuur dan is het product zelf nog goed voor 30% van de totale kost en dit deel gaat nog snel kleiner worden. Binnen afzienbare tijd kunnen de distributienetwerkbedrijven opnieuw rekeningen gaan uitschrijven want het product zelf zal zo goed als gratis worden. Moet het echt die kant op gaan? De overheid kan er ook voor kiezen om concurrentie een kans te geven door een aantrekkelijk investeringsklimaat te creëren gebaseerd op marktwerking en niet op subsidie. Hier is echter de introductie van een nieuw marktmodel nodig dat ervoor zorgt dat de echte kost van ons product ook effectief betaald wordt. Hopen dat de markt zichzelf reguleert is naïef en zelfs het liberale land bij uitstek, vertegenwoordigd door premier Cameron, heeft gezegd dat energie veel te belangrijk is om over te laten aan de vrije markt. Hiermee bedoelt hij niet dat er geen concurrentie kan zijn maar wel dat wij als samenleving de verantwoordelijkheid hebben om deze keuzes mee te maken en dus ook de consequenties hiervan moeten dragen.

De sector zelf moet ook uit zijn eigen schaduw stappen en zeggen hoe zij mee kan werken aan oplossingen. Zoals de echte CO2-kost per ton ook vele malen hoger is dan de huidige, zo is energie ook veel duurder. Toch zeker die energie die we kunnen produceren en gebruiken zonder dat we het klimaat om zeep helpen. Het is mooi om te zien dat het nu zowel individuele bedrijven zijn als groepen mensen die zich verenigen zoals de Klimaatzaak, dat ze maatregelen eisen Maar uiteindelijk zijn het onze politieke verkozenen die, na Parijs, werk moeten maken van een uitgebouwde lange termijn energievisie en deze rigoreus dienen uit te voeren.