Energie-Blog

André Jurres

Vorige week waren er een aantal kleine positieve ontwikkelingen in het Belgisch energielandschap. Vooral in Vlaanderen heeft men een aantal beslissingen genomen of in voorbereiding op zijn minst die doen vermoeden dat men vooruit wilt.

De beslissing om de Vlaamse energieregulator VREG in de toekomst aan het parlement te rapporteren en dus verantwoording af te leggen is zeker een goede stap voorwaarts. Zo kan de regulator ook het parlement deelgenoot maken van complexe vraagstukken en proberen uit te leggen wat de impact is van de ene of andere maatregel op alle delen van de energie waarde keten.

Minder positief is wel dat men als opvolger iemand wilt plaatsen die uit een van de politieke partijen komt en dat doet toch wel heel jaren zeventig aan. Dergelijk belangrijke sturende functie geven aan een nobele onbekende puur en alleen omdat zij/hij de juiste partijkaart heeft en het aan die partij is om een postje te nemen is geen daad van goed bestuur. Normaal gezien ga je op zo'n post een ervaren persoon zetten die zijn sporen verdiend heeft in de energiesector en in staat is om het verschil te maken zodat België/Vlaanderen interessant wordt om in te investeren terwijl er voor de bedrijven en burgers het beste resultaat gehaald wordt.

Eén van de eerste opdrachten lijkt me toch het omgooien van de distributienettarieven die dateren uit een tijd waar er vooral verwarmd werd met fossiele brandstoffen (nu nog trouwens), maar de toekomst is elektrisch (lees warmtepomp, opslag, mobiliteit, etc.) en dan kun je een gebruiker niet per KWh gaan factureren want anders wordt het netwerktarief een belangrijke hinderpaal.

Ook moeten we naar een capaciteitstarief zodat de solidariteit verzekerd blijft naarmate steeds meer bedrijven en gezinnen hun eigen elektriciteit opwekken en opslaan. Iedereen zal in de toekomst ongeacht of zij/hij nu elektriciteit van het netwerk afneemt dit vaste bedrag dienen te betalen. Vooral voor gezinnen is deze maatregel van belang gezien hun toch relatief geringe verbruik en zelfs toekomstig verbruik. Men moet het aantrekkelijk maken voor mensen om massaal te kiezen voor warmtepompen en andere systemen in plaats van fossiele brandstoffen zoals stookolie en gas die nu eenmaal zeer slecht voor het milieu, de mens en dier zijn.

Een ander positief signaal kwam van de nieuwe Minister Tommelein die samen met zijn kabinet een bijsturing aan het voorbereiden is voor de discriminatie van mensen die alleen elektrisch verwarmen door middel van hoofdzakelijk warmtepompen. Deze gezinnen die beslist hadden om een duurzaam systeem te investeren zoals warmtepomp zagen hun factuur met vele honderden euro's stijgen daar hun elektrisch verbruik veel hoger is dan het gemiddelde (het gemiddelde gezin verbruikt 3500 KWh per jaar waar een gezin met warmtepomp wel meer dan 20000 KWh kan verbruiken), maar zo goed als geen fossiele brandstof meer gebruiken lokaal voor hun verwarming (van huis en water).

Wat onder de vorige minister blijkbaar moeilijk bespreekbaar was wordt door deze pragmatisch aangepakt. Waar fouten zijn dien je deze op te lossen. Als het goed is mag het ook gezegd worden en de vele tienduizenden gezinnen die reeds warmtepompen hebben aangekocht zullen dit zeker rechtvaardig vinden en belangrijker is dat door deze discriminatie weg te werken worden warmtepompen weer even interessant als voor deze nieuwe heffing.

Ondertussen gaat het federaal van kwaad tot erger, de communicatie omtrent het reeds veel beschreven energiepact is gewoon triest te noemen en het is bang afwachten naar het resultaat dat zo laat gaat komen dat deze regering weinig of niks meer gaat bijdragen aan zijn uitvoering. Dit maakt welk pact dan ook zeer hol want het zijn de volgende regeringen die dan de hete kastanjes uit het vuur mogen halen. Met het risico dat een volgende regering, doodleuk welke strategie dan ook, opnieuw op de tekentafel gaat brengen.

Het uitblijven van een krachtdadig beleid betekent gewoon dat het nu reeds 99% zeker is dat de kerncentrales nog langer open gaan blijven en dus negatief gaan blijven wegen op nieuwe investeringen. Het status quo blijft behouden op deze manier en de dominantie van de oude dame zal blijven heersen ook al overweegt ook zij om de handdoek in de ring te gooien door publiekelijk de suggestie te weken om een beursgang te overwegen.

Maar wat is een dergelijk bedrijf nog waard met centrales van meer dan veertig jaar oud waarvan niemand weet hoeveel de ontmantelingkosten gaan bedragen? Het lijkt mij eerder een poging om dit risico af te wentelen op derden door je aandeel te verkopen. Als een citroen heeft men de Belgische activiteiten uitgeknepen en nu is het tijd om andere horizonten op te zoeken. Dit voornemen zal dus niet vanzelfsprekend zijn en eigenlijk zou men dit bedrijf de vraag mogen stellen of ze niet beter zouden investeren in plaats van er nog het laatste restje geld uit te halen?