Energie-Blog

André Jurres

Afgelopen dagen werd er weer een nieuw rapport gepubliceerd door een neutraal en internationaal erkende onderzoeksinstelling die bevestigde dat de Belgische elektriciteitsprijzen voor bedrijven nog steeds bij de hoogste in Europa zijn.
Ondanks een zeer uitgebreid productiepark met veel kernenergie, die reeds zijn afgeschreven, slagen wij erin om de duurste tarieven te produceren.  De eigenaar en groot dominante speler op de Belgische markt vond de resultaten van de studie niet echt belangrijk en deed deze af als niet representatief daar het ging om een specifiek klantenverbruik en profiel.  Een bedrijf met een verbruik van 400MWh wordt bij de dominante speler als uitzonderlijk gezien.  Op zich verwonderlijk want het grootste deel van het verbruik situeert zich juist in de verbruiken in het marktsegment van meer dan 200 MWh.  De klassieke reactie van ontkenning komt volgens mij voort uit de opleiding die zegt dat er steeds ontkent moet worden zelfs als de schuld vaststaat.  Als je dat maar lang genoeg doet dan verstomt de oppositie meestal wel vanzelf.  Gezien nieuws snel oud is, lees de dag erop, klopt dit ook wel.  Alleen de perceptie blijft wel hangen en het vermoeden dat er iets van waar is blijft ook aanwezig.  Gisteren werd ik nog gecontacteerd door een grootverbruiker die klaagde over het gebrek aan respect dat hij kreeg van zijn bestaande leverancier die zelf de moeite niet nam om een verklaring te geven voor de prijsstijgingen.  Ook al is de markt de laatste maanden wat rustiger geworden en de prijzen zijn hierdoor gedaald kan men zich verwachten aan een structurele opgaande markt.  Deze week hebben we weer een record gebroken met de olieprijs per vat en dit zal ook weer betekenen dat de gas- gevolgd door de elektriciteitsprijs gaat stijgen.  Vooral het ontbreken van enige lange termijn visie op de tarieven maakt vele grootverbruikers zeer zenuwachtig.  Er zijn zelfs grote bedrijven in de Benelux die het woord verhuizen(naar het verre Oosten) in de mond nemen door de ontransparante marktwerking.  De gevolgen van zo’n verhuizing van onze top 100 bedrijven hoef ik u niet te schetsen.
Kijkende bijvoorbeeld naar Nederland waar enkele topverbruikers een jaar lang geprobeerd hebben om tot een stabiele kostprijs voor energie te komen in onderhandeling met energiebedrijven kun je niet anders dan vaststellen dat de nood hoog is.  Deze onderhandelingen zijn trouwens voor een groot deel op een sisser afgelopen en heeft de bedrijven met een grote kater opgezadeld.  In een aantal landen hebben grootverbruikers in het verleden al besloten om zelf productie te bouwen.  Voor België bijvoorbeeld kan dit een mogelijke piste worden daar de reserve capaciteit niet groot, een deel van het productiepark moet worden vervangen, de concurrentie niet bestaat op productievlak en de naburige landen ook tekorten hebben of beginnen te krijgen op het vlak van productie.  
Het is te hopen voor onze industrie en de burgers van België dat er na de volgende verkiezingen echt zal worden gesproken over energie en de behoeften voor de komende dertig/veertig jaar.  Een masterplan die een duidelijke visie moet brengen op de gewenste investeringen en hoe je deze als land gaat bevorderen is noodzakelijk.  Men begint nu de gevolgen te zien van de laatste vijf tot acht jaar van het ontbreken van duidelijke en krachtige richtlijnen vanuit de regel- en wetgevers en de dominantie van een privé monopolist.